Skip to main content

Bijen staan momenteel volop in de belangstelling. En dan met name de wilde bij omdat die het het lastigst heeft op het moment.

Onze vereniging houdt zich bezig met het houden van bijen en dat zijn noodzakelijkerwijs honingbijen. Wilde bijen – de naam zegt het al – laten zich niet door mensen houden in een bijenkorf. Zij leven veelal solitair en maken hun nest in allerlei gaten en kieren. Ook produceren zij niet in zulke grote hoeveelheden honing zodat het voor de mens nooit een interessante bij was om te domesticeren.

Oorspronkelijk zijn mensen bijen gaan houden vanwege de honingopbrengst. De zoete honing was verleidelijk voor de mens als bron van energie. In de loop der tijd heeft de mens zoveel invloed gehad op de honingbij dat die nu ook grotendeels op de mens is aangewezen voor haar voortbestaan. Hierin speelt de veranderde leefomgeving ook een grote rol.

Honingbijen hebben bij gebrek aan natuurlijke huisvesting een door de mens gemaakte bijenkorf nodig om in te wonen. Zo nu en dan lees je verhalen of zie je filmpjes dat een bijenvolk zelf een onderkomen heeft gevonden op een zolder of onder een vloer. De meeste mensen zitten daarop natuurlijk niet te wachten en bellen een imker om de zwerm te komen scheppen als ze er een aantreffen. Die zwerm wordt vervolgens gehuisvest in een bijenkorf.

Van die veranderde leefomgeving heeft de wilde bij ook last. Niet alleen gebrek aan huisvesting, maar ook gebrek aan biodiversiteit maakt zijn leven lastig. Gelukkig zijn er tegenwoordig allerlei initiatieven die ervoor zorgen dat er een steeds grotere variëteit in bloeiende bloemen komt en worden bermen en andere groenstrookjes in mindere mate gemaaid.

Van al die aandacht voor biodiversiteit profiteert ook de honingbij. Zoveel verschillen de honingbij en de wilde bij eigenlijk niet van elkaar. Want eerlijk is eerlijk, wij geven de honingbij dan wel een onderkomen, maar verder gaan ze vrijwel volledig hun eigen gang. Uiteindelijk zijn het soortgelijke insecten die beide behoefte hebben aan veel bloeiende bloemen en een leefomgeving met zo weinig mogelijk bestrijdingsmiddelen. Ze stellen alleen andere eisen aan hun onderkomen. En laten wij voorop stellen dat alle bijen noodzakelijk zijn en op hun eigen manier bijdragen aan bestuiving.

Imkers voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van hun bijenvolken en controleren gedurende het jaar of de koningin voldoende eitjes legt en of er voldoende voer aanwezig is in hun volken zodat het een sterk volk wordt dat goed de winter door komt. Ook controleren imkers op de afwezigheid van ziekten en bestrijden zij varroamijten die samen met de bijen in de bijenkast leven. Wij proberen het leven in de kast bij te sturen aan de hand van wat wij zien, maar controleren kunnen wij een bijenvolk nooit.

Sommige imkers reizen met hun bijenvolken om te helpen bij het bestuiven van gewassen. Het voordeel voor de teler is een grotere opbrengst in groente en fruit en het voordeel voor de bij en de imker is een grotere honing opbrengst. Ook plaatsen sommige imkers hun kasten op of bij een heideveld omdat zij heidehoning willen oogsten.

Men is drukdoende te onderzoeken of wilde bijen last hebben van een volk honingbijen dat in hun nabijheid leeft. Blijft er bijvoorbeeld voldoende nectar over voor een wilde bij als een heel volk honingbijen massaal op zijn voedselbron vliegt? Of is er voldoende voor alle bijen? Vliegen wilde bijen en honingbijen wel op dezelfde bloemen en bomen of hebben zij ieder hun eigen voorkeur? Kunnen bijen makkelijk wisselen van voedselbron als dat nodig is? Allemaal vragen waarop momenteel nog geen eenduidig antwoord gegeven kan worden.

Het best kunnen wij er dan ook voor zorgen dat alle soorten bijen iets van hun gading kunnen vinden in hun leefomgeving. Door voor veel biodiversiteit, weinig bestrijdingsmiddelen en veel mogelijke bijenhuizen te zorgen kunnen wij hen daarbij helpen. Onze vereniging neemt ook haar verantwoordelijkheid en heeft bijvoorbeeld een bijenwandelpad geïnitieerd. Verder geven wij bloemzaadjes weg bij de aankoop van een pot honing zodat mensen thuis of ergens anders bloemen kunnen zaaien. Alle beetjes en alle beestjes helpen immers.